Jaap van Zweden valt in voor Kirill Petrenko
Programma aangepast
Het concertprogramma is aangepast. Jaap van Zweden leidt het Concertgebouworkest in twee zeer persoonlijke symfonieën. De Negende symfonie van Sjostakovitsj, na de pauze gevolgd door Tsjaikovski’s Zesde symfonie, ‘Pathétique’.
Tsjaikovski’s ‘Pathétique’
Pjotr Tsjaikovski peilt in zijn indringende Zesde symfonie de krochten van de menselijke ziel. De Franse bijnaam ‘Pathétique’ staat voor het tragische karakter, dat met name betrekking heeft op het langzaam uitdovende slotdeel. Tsjaikovski vond het zelf zijn beste werk, maar overleed kort na de voltooiing. De ‘Pathétique’ wordt door velen beschouwd als de kroon op Tsjaikovski’s symfonische oeuvre.
Sjostakovitsj’ Negende
Een halve eeuw later, in 1945, wekte Sjostakovitsj’ Negende symfonie (bij de première uitgevoerd met Tsjaikovski’s Vijfde) de woede van Stalin. De verwachting was dat ze een grootse lofzang op de Sovjet-overwinning zou zijn. Maar Sjostakovitsj verraste vriend en vijand met een korte, luchtige, klein bezette symfonie – en een uitbarsting van creatieve razernij. Velen vreesden dat Sjostakovitsj naar Siberië zou worden verbannen. In 1948 werd Sjostakovitsj’ muziek in de ban gedaan, pas in 1955 werd de Negende weer vrijgegeven in de Sovjet-Unie, vier jaar na de Nederlandse premiere door het Concertgebouworkest onder leiding van Otto Klemperer.