Wagenaar: Ouverture 'De getemde feeks'
William Shakespeares sardonische blijspel The Taming of the Shrew stond model voor Johan Wagenaars Ouverture ‘De getemde feeks’, een luchtig, haast slapstickachtig werk.
Johan Wagenaar
Johan Wagenaar groeide op in een eenvoudig milieu, waar een muziekopleiding zeker niet voor de hand lag. Zijn talent viel echter op, en vanaf zijn dertiende mocht hij zich toch op de muziekschool bekwamen in piano, orgel en viool. Ook kreeg hij compositieles en muziektheorie van Richard Hol. Wagenaar groeide uit tot een bekende figuur in het Utrechtse muziekleven: een geliefde leraar, een duivelse organist, een zeer bekwaam dirigent en een bekende componist. Onder anderen Leon Orthel, Willem Pijper en Alexander Voormolen leerden bij hem in Utrecht het compositievak.
Wagenaar was een nuchter en opgeruimd mens. Dat karakter kunnen we terughoren in zijn muziek, die weinig vooruitstrevend was, maar toch een eigen signatuur had. Zijn ironie en humor kon hij het beste kwijt in zijn opera’s, ouvertures en cantates. Die waren vaak gebaseerd op oude literaire werken.
Ouverture ‘De getemde feeks’
William Shakespeares sardonische blijspel The Taming of the Shrew stond model voor de Ouverture ‘De getemde feeks’, een luchtig, haast slapstickachtig werk. De karakters van Katharina, de ‘feeks’, en Petruchio die haar wel even mores zal leren, zijn duidelijk herkenbaar in de muziek. Hun thema’s gaan een dialoog aan, waarbij Katharina telkens de kop wordt ingedrukt door het koperen macho-thema van Petruchio. Aan het eind lijkt Katharina’s thema ook werkelijk getemd: het klinkt nu een stuk rustiger. Er volgt echter nog een flinke muzikale uitsmijter; of Petruchio echt heeft gewonnen valt dan ook te betwijfelen.
Johan Wagenaar
Johan Wagenaar groeide op in een eenvoudig milieu, waar een muziekopleiding zeker niet voor de hand lag. Zijn talent viel echter op, en vanaf zijn dertiende mocht hij zich toch op de muziekschool bekwamen in piano, orgel en viool. Ook kreeg hij compositieles en muziektheorie van Richard Hol. Wagenaar groeide uit tot een bekende figuur in het Utrechtse muziekleven: een geliefde leraar, een duivelse organist, een zeer bekwaam dirigent en een bekende componist. Onder anderen Leon Orthel, Willem Pijper en Alexander Voormolen leerden bij hem in Utrecht het compositievak.
Wagenaar was een nuchter en opgeruimd mens. Dat karakter kunnen we terughoren in zijn muziek, die weinig vooruitstrevend was, maar toch een eigen signatuur had. Zijn ironie en humor kon hij het beste kwijt in zijn opera’s, ouvertures en cantates. Die waren vaak gebaseerd op oude literaire werken.
Ouverture ‘De getemde feeks’
William Shakespeares sardonische blijspel The Taming of the Shrew stond model voor de Ouverture ‘De getemde feeks’, een luchtig, haast slapstickachtig werk. De karakters van Katharina, de ‘feeks’, en Petruchio die haar wel even mores zal leren, zijn duidelijk herkenbaar in de muziek. Hun thema’s gaan een dialoog aan, waarbij Katharina telkens de kop wordt ingedrukt door het koperen macho-thema van Petruchio. Aan het eind lijkt Katharina’s thema ook werkelijk getemd: het klinkt nu een stuk rustiger. Er volgt echter nog een flinke muzikale uitsmijter; of Petruchio echt heeft gewonnen valt dan ook te betwijfelen.