Muziek verbindt
INTERVIEW - ‘Culture is the bridge that should be blown up last.’ Een uitspraak die Renée Jones-Bos - voormalig ambassadeur in de Verenigde Staten - graag aanhaalt als ze spreekt over internationale uitwisseling van kunst en cultuur.
Als ambassadeur in de VS, en later als secretaris-generaal Buitenlandse Zaken was Renée Jones-Bos betrokken bij de tournees van het Concertgebouworkest. Een gesprek over de betekenis van deze buitenlandse reizen en over hun waarde voor de internationale politieke betrekkingen.
‘Mijn professionele kennismaking met het Concertgebouworkest is verbonden met een interessante, dynamische tijd in de Verenigde Staten.’ Het was 2009, Renée Jones-Bos was ambassadeur, Barack Obama net gekozen tot president. Er brak een periode aan van zoeken naar nieuwe wegen: hoe bereik je bredere groepen mensen, nieuwe generaties? Obama had mensen in beweging gebracht die nooit eerder waren gaan stemmen.
Verbinding aangaan
Jones-Bos: ‘De koperblazers van het orkest waren op tournee in de VS en ik kreeg uitgebreid gelegenheid te spreken met de musici en algemeen directeur Jan Raes. Het trof mij tijdens de gesprekken dat ook het orkest op zoek was naar nieuw en breder draagvlak en naar maatschappelijke relevantie. Met de internationale reizen laat het orkest zien dat het zich bewust is van de context waarin het functioneert en optreedt. Door niet alleen te reizen om herkend en erkend te worden, maar door de reis te koppelen aan wat er gaande is in de wereld, door de verbinding aan te gaan. Dat gold voor de wereldtournee in 2013 en ook voor het reizen naar alle Europese hoofdsteden tussen 2016 en 2018, in het kader van het jaar van het Nederlandse EU-voorzitterschap.’
Het overstijgen van verschillen
Wat betekent de komst van het Concertgebouworkest voor de Nederlandse ambassades in de verschillende landen? Renée Jones-Bos vertelt: ‘Naast ten eerste natuurlijk de prachtige muziek door het fantastische orkest, is het dé gelegenheid voor bijzondere ontvangsten. Bij ons op de residentie speelden de musici bij een ontvangst tijdens die tournee in 2009. Dat gaf zo’n andere dimensie. Recepties op de ambassade hebben altijd een doel: een afscheid, een opening, er komt een prominent persoon uit Den Haag. Mensen ontmoeten elkaar en dat is nuttig. Maar als je het koppelt aan een concert van het Concertgebouworkest, dan wordt het “extra nuttig”. Hoogwaardigheidsbekleders, ministers, vice-ministers, iedereen komt graag voor het orkest. Om relevante contacten uit te nodigen, of om actief de lokale pers op te zoeken. De gasten destijds vonden het fantastisch en spreken er jaren later nog over.'
Bovendien sluit een bezoek van het orkest volgens Jones- Bos aan bij de kern van de functie van de Nederlandse ambassades: ‘In alle landen, overal ter wereld gaat het om het onderhouden van de bilaterale betrekkingen, en het opkomen voor Nederlandse waarden en belangen. Als ambassadeur ben je altijd op zoek naar de instrumenten waarmee je dat kunt doen.
Naast politieke en economische verhoudingen is de culturele dimensie een belangrijk onderdeel van de samenwerking. Door de combinatie van kwaliteit en wereldwijde reputatie is het Concertgebouworkest hierbij heel waardevol. De relaties die ambassadeurs moeten onderhouden, kenmerken zich door verschillen in bijvoorbeeld taal, waarden en belangen. Kunst, en muziek in het bijzonder, overstijgt die verschillen. Waar diplomatie meestal gebaseerd is op woorden, teksten, resoluties en onderhandelingen, laat muziek zich kennen als een universele taal. Er is geen vertaling nodig om gezamenlijk naar muziek te luisteren.
In voor- en tegenspoed
Een bezoek van het orkest is volgens Renée Jones-Bos niet alleen van belang in tijden van goede relaties, maar ook wanneer betrekkingen tussen landen moeizaam zijn. ‘In dat geval gaat het in de diplomatie om het vinden van oplossingen voor problemen. Cultuur, en met name muziek, kan daar een bijdrage aan leveren.’ Jones-Bos denkt aan het bezoek van het Concertgebouworkest aan Rusland in 2013 tijdens de wereldtournee waar zij als secretarisgeneraal vanuit Buitenlandse Zaken bij betrokken was. ‘Het was het bilaterale jaar voor Nederland-Rusland, en er ging veel mis. Poetin werd in Amsterdam onthaald met een zee van regenboogvlaggen, als protest tegen de Russische homowetgeving. Nederland ging er redelijk hard tegenaan.
De vraag was of je als orkest wel kunt gaan als de politieke relatie zo uit de hand loopt. Wat mij betreft wel. Juist. Ik heb er altijd voor gevochten dat een verslechterde politieke verhouding niet betekent dat je alle banden moet verbreken. Onze relatie met Rusland was en is ingewikkeld. Met de situatie op de Krim en de ramp met de MH17 is het nog ingewikkelder geworden, een gegeven waar we mee moeten omgaan. Dan is het belangrijk dat je kanalen van communicatie blijft zoeken. En zoals Mikhail Piotrovsky, directeur van de Hermitage in Sint-Petersburg verwoordde: ‘Culture is the bridge that should be blown up last.’ Cultuur, in de vorm van muziek, theater, film, dans of museumsamenwerking creëert een brug om in stand te houden. Russen zijn dol op cultuur, Rusland heeft grote componisten en fantastische musici voortgebracht. Muziek spreekt dus enorm aan.
Politieke relaties zijn soms goed, soms minder goed; problemen worden soms opgelost, soms niet. Relaties tussen maatschappijen en culturen zijn bestendiger, en vormen vaak een geitenpaadje om andere connecties te herstellen. Een muzikaal-culturele setting creëert de mogelijkheid los te komen van politieke gesprekken. Rondom een concert ontstaat een sfeer waarin je op een andere manier met elkaar in gesprek gaat. Als je een goede relatie hebt, is het fijn als het orkest komt, maar als je een moeilijke relatie hebt, is het eigenlijk nog belangijker. Het geeft een moment van verbinding.’