Alexei Ogrintchouk, hobo, aanvoerder
in gesprek met Dominic Seldis
Hoboïst Alexei Ogrintchouk studeerde aan de Gnessin School in Moskou en soleerde al op zijn dertiende in Rusland, Europa en Japan. In 1995 werd hij toegelaten aan het Conservatoire National Supérieur de Musique in Parijs, waar hij afstudeerde met eerste prijzen voor hobo en kamermuziek. Zijn docenten waren onder meer Maurice Bourgue, Jacques Tys en Jean-Louis Capezzali. Hij won het CIEM-Concours van Genève, twee Victoires de la Musique, de Triumph Prijs in Rusland en een Borletti-Buitoni Trust Award.
In 1999 werd Alexei Ogrintchouk eerste solohoboïst van het Rotterdams Philharmonisch Orkest; sinds augustus 2005 is hij solohoboïst bij het Concertgebouworkest.
Als solist werkte hij onder meer met de orkesten van het Mariinski Theater en het Bolshoi Theater, het Nationaal Orkest van Rusland, de orkesten van de BBC (waar hij New Generation Artist 2005 was), het Boedapest Festival Orkest en het Concertgebouworkest. Als kamermusicus werkte hij samen met grootheden als Gidon Kremer, Leif Ove Andsnes, Radu Lupu en Thomas Quasthoff.
Alexei Ogrintchouk doceert aan conservatoria als de Londense Royal Academy of Music en het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. In 2011 volgde hij zijn voormalige docent Maurice Bourgue op aan de Haute École de Musique de Genève. Daarnaast geeft hij masterclasses aan bijvoorbeeld het Pablo Casals Chamber Music Academy in Prades en de Mahler Academy in Ferrara.
Naast een hobo van Parijse bouwer Marigaux, bespeelt Alexei soms ook de hobo d’amore uit de collectie van de Foundation Concertgebouworkest. Ook heeft hij een rietsnijmachine in gebruik waarmee hij makkelijker zijn eigen rieten voor zijn hobo’s met Zwitserse precisie kan maken.