Biografieën Annual Gala
Koninklijk Concertgebouworkest
Het Koninklijk Concertgebouworkest wordt gerekend tot de absolute wereldtop. Sinds de oprichting in 1888 werkt het met de meest vooraanstaande dirigenten en solisten. Componisten als Richard Strauss, Gustav Mahler en Igor Stravinsky dirigeerden meer dan eens het Concertgebouworkest. Nog steeds werkt het orkest veelvuldig samen met hedendaagse componisten.
Bij de geroemde klank van het Concertgebouworkest speelt de bijzondere akoestiek van Het Concertgebouw een belangrijke rol. Bepalend is ook de invloed van de orkestmusici en de tot nu toe zeven chef-dirigenten: Willem Kes, Willem Mengelberg, Eduard van Beinum, Bernard Haitink, Riccardo Chailly, Mariss Jansons en Daniele Gatti. In juni 2022 werd aangekondigd dat Klaus Mäkelä zich aan het orkest verbindt als artistiek partner met ingang van het seizoen 2022/2023, en als chef-dirigent vanaf 2027.
Bij het honderdjarig jubileum kreeg het orkest het predicaat Koninklijk. Hare Majesteit Koningin Máxima is beschermvrouwe. Met zo’n 80 concerten in Het Concertgebouw en 40 op andere belangrijke podia bereikt het orkest jaarlijks 250.000 concertbezoekers wereldwijd. Dat bereik wordt verveelvoudigd door video’s, concertstreams, radio- en tv-uitzendingen en cd’s en dvd’s op onder meer het label Concertgebouworkest Live.
De Academie van het Concertgebouworkest leidt jaarlijks talentvolle jonge musici op voor het orkestvak. In Concertgebouworkest Young komen iedere zomer verborgen talenten van 14 tot en met 17 jaar uit heel Europa samen.
Het Concertgebouworkest wordt mede gefinancierd door het Ministerie van OCW, de Gemeente Amsterdam, sponsoren, fondsen en vele donateurs wereldwijd. Het grootste deel van de inkomsten wordt gegenereerd door concertopbrengsten in binnen- en buitenland.
Leonardo García Alarcón
dirigent
Leonardo García Alarcón is chef-dirigent van Cappella Mediterranea en artistiek leider van het Choeur de Chambre de Namur.
Aanvankelijk studeerde hij piano in zijn thuisland Argentinië. Vanaf 1997 verdiepte hij zich aan het Conservatorium van Genève als klavecinist in muziek van de Renaissance en de Barok. Directielessen volgde hij bij barokspecialist Gabriel Garrido.
Tegenwoordig is Leonardo García Alarcón werkzaam als klavecimbeldocent aan de Haute Ecole de Musique in Genève. Als dirigent en klavecinist treedt de Argentijn op tijdens festivals en in alle grote muziekzalen van de wereld. Daarbij richt hij graag de aandacht op onbekend repertoire.
In 2005 richtte hij Cappella Mediterranea op, waarmee hij veel geprezen uitvoeringen gaf van vrijwel vergeten vroege Italiaanse opera’s. Zo hebben we de herontdekking van Francesco Cavalli’s Elena, Erismena, Eliogabalo en Il giasone aan hem te danken. Voor Antonio Draghi’s opera El Prometeo componeerde Leonardo García Alarcón zelf het derde bedrijf, ter vervanging van het verloren gegane origineel. Bij het Concertgebouworkest maakt Leonardo García Alarcón zijn debuut.
Mark Milhofer
tenor (Acis)
Na zijn jaren als choral scholar aan Magdalen College in Oxford studeerde Mark Milhofer aan de Guildhall School of Music and Drama in Londen.
Mark Milhofer maakte zijn operadebuut als de Madwoman in Brittens Curlew River en trok de aandacht met zijn vertolking van Giannetto in Rossini’s La gazza ladra bij de British Youth Opera, waarna hij werd uitgenodigd om in Milaan zijn studie voort te zetten bij Renata Scotto en Leyla Gencer.
Zijn optreden als Ferrando in Mozarts Così fan tutte tijdens de opening van het nieuwe Piccolo Teatro in Milaan werd zijn internationale doorbraak - hij zong die rol inmiddels ruim 100 keer op operapodia in onder meer Londen, Wenen, Cairo, Moskou, Peking, Istanbul en Seoul.
Onder de vele rollen waarmee de tenor wereldwijd successen vierde, vinden we ook Bob Boles in Brittens Peter Grimes, Taxis in Honeggers Les aventures du roi Pausole, Lawyer in Birtwistles Punch and Judy, Belmonte in Mozarts Die Entführung aus dem Serail en Narraboth in Richard Strauss’ Salome.
Mark Milhofer debuteert bij het Concertgebouworkest.
Keri Fuge
sopraan (Galatea)
De jonge sopraan Keri Fuge wordt geprezen om zowel haar heldere stem als haar uitstraling op het podium. Ze studeerde aan de Guildhall School of Music and Drama in Londen en (dankzij het Glyndebourne New Generation Programme) aan de National Opera Studio.
In het Royal Opera House Covent Garden viel ze op als Cupido in Rossini’s Orfeo, terwijl ze bij English National Opera zowel Despina vertolkte in Mozarts Così fan tutte als Dona Isabel in The Indian Queen van Purcell.
Ook internationaal timmert Keri Fuge aan de weg; zo kunnen de bezoekers van de Händel Festspiele in Göttingen zich vast nog haar Flavia in Mozarts Lucio Silla herinneren en schitterde ze bij het Australische Brisbane Baroque als Poppea in Händels Agrippina.
In de afgelopen seizoenen was ze onder meer te horen in Händels Messiah en in Beethovens Negende symfonie onder leiding van Leonardo García Alarcón in Lissabon.
Keri Fuge maakt haar debuut bij het Concertgebouworkest.
Sreten Manojlović
bas (Polypheme)
Sreten Manojlović studeerde zang bij Sebastian Vittucci aan de Universität für Musik und darstellende Kunst in Wenen. Al vroeg werd hij ondersteund door de Belgrade Baroque Academy en de New Belgrade Opera en hij ontwikkelde zo een grote affiniteit voor muziek van de zeventiende en achttiende eeuw.
Sreten Manojlović debuteerde als Zoroastro in Händels Orlando en vertolkte daarna onder meer Polypheme in Acis and Galatea en Caronte en Plutone in Monteverdi’s L’Orfeo.
Onder leiding van Christoph Ulrich Meier zong de jonge bas, naast vele Händel-rollen, Almaviva in Mozarts Le nozze di Figaro. Ook trad hij op met de Wiener Sängerknaben en nam hij, in een productie van Mozarts La finta giardiniera, deel aan het opleidingstraject Jardin des Voix van Les Arts Florissants. Met dat gezelschap onder leiding van William Christie zong Sreten Manojlović regelmatig, net als bij het Orchestre de Picardie.
Sreten Manojlović was te beluisteren in zalen als het Theater an der Wien, het Konzerthaus in Dortmund, de Philharmonie Berlin en het Barbican Centre in Londen. Hij debuteert nu in Het Concertgebouw en bij het Concertgebouworkest.
Valerio Contaldo
tenor (Damon)
Valerio Contaldo, geboren in Italië, groeide op in Zwitserland. Na een opleiding tot klassiek gitarist studeerde hij zang bij Gary Magby aan het Conservatoire de Lausanne. Hij volgde masterclasses bij Christa Ludwig, Alain Garichot, Klesie Kelly en David Jones.
Valerio Contaldo is in ons land geen onbekende. Zo vertolkte hij bij de Nederlandse Bachvereniging de evangelistenrol in Bachs Matthäus-Passion onder Leonardo García Alarcón. De titelrol van Monteverdi’s L’Orfeo zong hij onder dezelfde dirigent bij de NTR ZaterdagMatinee, alsmede in Antwerpen en Versailles, en onder leiding van Iván Fischer in Boedapest en Genève.
Verder was de tenor niet lang geleden te beluisteren als Lurciano in Händels Ariodante en de titelrol van Monteverdi’s Il ritorno d’Ulisse in patria, maar ook bijvoorbeeld in Die Schöpfung van Haydn en de Negende symfonie van Beethoven.
Damon in Acis and Galatea vertolkte hij eerder met Les Musiciens du Louvre bij de Salzburger Festspiele. Valerio Contaldo debuteert bij het Concertgebouworkest.
Guy Cutting
tenor (Coridon)
De Britse tenor Guy Cutting sloot in 2012 zijn zangopleiding af aan het New College Oxford en concentreert zich sindsdien met name op het barokrepertoire.
Van de American Bach Soloists kreeg hij de Jeffrey Thomas Award, een prijs voor jong talent op het vlak van de oude muziek. Bij het Orchestra of the Age of Enlightenment was hij ‘rising star’ gedurende twee seizoenen.
Guy Cutting soleerde bij het Orchestra of the Age of Enlightenment, het Monteverdi Choir, de Academy of Ancient Music en de Nederlandse Bachvereniging, en zong onder dirigenten als John Eliot Gardiner, Jos van Veldhoven, Christoph Prégardien, Kristian Bezuidenhout, Paul McCreesh, Marcus Creed en Risto Joost.
In Het Concertgebouw was Guy Cutting eerder als solist in werken van Bach te beluisteren bij het Collegium Vocale Gent onder leiding van Philippe Herreweghe. Bij het Concertgebouworkest maakt hij zijn debuut.
Naast zijn solocarrière maakt de tenor deel uit van het Damask Vocal Quartet, dat zich toelegt op kamermuziek uit de negentiende en twintigste eeuw.
Nederlands Kamerkoor
Het Nederlands Kamerkoor wordt door critici in binnen- en buitenland geroemd om zijn homogene klank en de solistische kwaliteit van de individuele zangers.
Het koor richt zich in de eerste plaats op het repertoire voor koor a cappella van de vroege Middeleeuwen tot heden. Opdrachten werden verstrekt aan componisten als Mauricio Kagel, James MacMillan en John Tavener.
Oprichter Felix de Nobel was chef-dirigent van 1937 tot 1972. Later volgden onder anderen Uwe Gronostay, Tõnu Kaljuste en Risto Joost. Chef-dirigent sinds augustus 2015 is Peter Dijkstra, die daarvoor al tien jaar fungeerde als vaste gastdirigent.
Vooraanstaande dirigenten als Eric Ericson, Nikolaus Harnoncourt en Ton Koopman waren meer dan eens te gast bij het Nederlands Kamerkoor; Paul Van Nevel is eregastdirigent.
De samenwerking met het Concertgebouworkest gaat terug tot 1946. De laatste gezamenlijke concerten waren in april 2019, toen het koor zijn medewerking verleende aan de uitvoeringen van Bachs Johannes-Passion onder leiding van William Christie.
Pierre Audi
mise-en-espace
Pierre Audi (Beiroet 1957) was in 1979 oprichter van het Londense Almeida Theatre. In 1988 werd hij directeur van De Nederlandse Opera (later De Nationale Opera) waar hij talloze succesproducties regisseerde en nieuw repertoire initieerde.
Van 2005 tot 2014 was hij bovendien artistiek directeur van het Holland Festival.
Ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van De Nationale Opera richtte Pierre Audi in 2015 het Opera Forward Festival op.
In september 2018 nam hij afscheid als directeur; hij regisseerde nog wel onder meer het Stockhausen-project aus LICHT in de Gashouder (Holland Festival 2019).
Pierre Audi is artistiek directeur van Park Avenue Armory in New York en het festival van Aix-en-Provence. Sinds 2021 is hij creatief partner van het Concertgebouworkest. In het seizoen 2022/2023 verzorgt hij bij het orkest de mise-en-espace bij Händels Acis and Galatea onder leiding van Leonardo García Alarcón (30 september en 2 oktober) en is hij nauw betrokken bij concerten onder leiding van Barbara Hannigan (1, 2 en 4 december), Maxim Emelyanychev (28 en 30 april) en Tan Dun (30 juni en 1 juli).