Sjostakovitsj’ Zevende symfonie

De ‘Leningrad’-symfonie onder leiding van Semyon Bychkov

Sjostakovitsj’ Zevende symfonie

Semyon Bychkov leidt het Concertgebouworkest in Sjostakovitsj’ monumentale ‘Leningrad’-symfonie.

Een felle aanklacht tegen onderdrukking en geweld, en een uiterst aangrijpend requiem voor de slachtoffers daarvan.

Concertprogramma

  • Dmitri Sjostakovitsj

    Symfonie nr. 7, 'Leningrad'

Uitvoerenden

Over dit concert

In het door de nazi’s belegerde Leningrad (nu Sint-Petersburg) schreef Sjostakovitsj het grootste deel van zijn Zevende symfonie, een monumentaal, aangrijpend requiem voor een verwoeste stad en voor de slachtoffers van totalitaire regimes. Voor dirigent Semyon Bychkov, in diezelfde stad geboren en opgeleid, is de ‘Leningrad’-symfonie van grote historische én persoonlijke betekenis.

Bijna een jaar na de inname werd de symfonie in de belegerde stad uitgevoerd door lokale musici, waarvan de meesten tijdelijk van het front waren gehaald. Dankzij luidsprekers langs de loopgraven zouden zelfs de nazi’s het concert hebben gehoord. De symfonie was een triomf en had grote symbolische betekenis voor de Russen. Later kwam kritiek: Sovjet-officials vonden het werk niet heroïsch genoeg, in het westen werd Sjostakovitsj juist gezien als een marionet van Stalin. Inmiddels horen we in de symfonie niet zozeer een letterlijk commentaar op de belegering van Leningrad, maar een felle aanklacht tegen onderdrukking en geweld, en een uiterst aangrijpend requiem voor de slachtoffers daarvan, waar ook ter wereld.

Semyon Bychkov kreeg als jonge dirigent te maken met weerstand omdat zijn politieke ideeën niet strookten met de officiële Sovjet-lijn. ‘Ik wou vrij zijn om mijn eigen keuzes te maken (…) en om niet te hoeven liegen.’ In 1974 emigreerde hij naar de Verenigde Staten. Tien jaar later stond hij voor het eerst voor het Concertgebouworkest, het begin van een lange, vruchtbare samenwerking.  

Data en kaarten

Over dit concert

In het door de nazi’s belegerde Leningrad (nu Sint-Petersburg) schreef Sjostakovitsj het grootste deel van zijn Zevende symfonie, een monumentaal, aangrijpend requiem voor een verwoeste stad en voor de slachtoffers van totalitaire regimes. Voor dirigent Semyon Bychkov, in diezelfde stad geboren en opgeleid, is de ‘Leningrad’-symfonie van grote historische én persoonlijke betekenis.

Bijna een jaar na de inname werd de symfonie in de belegerde stad uitgevoerd door lokale musici, waarvan de meesten tijdelijk van het front waren gehaald. Dankzij luidsprekers langs de loopgraven zouden zelfs de nazi’s het concert hebben gehoord. De symfonie was een triomf en had grote symbolische betekenis voor de Russen. Later kwam kritiek: Sovjet-officials vonden het werk niet heroïsch genoeg, in het westen werd Sjostakovitsj juist gezien als een marionet van Stalin. Inmiddels horen we in de symfonie niet zozeer een letterlijk commentaar op de belegering van Leningrad, maar een felle aanklacht tegen onderdrukking en geweld, en een uiterst aangrijpend requiem voor de slachtoffers daarvan, waar ook ter wereld.

Semyon Bychkov kreeg als jonge dirigent te maken met weerstand omdat zijn politieke ideeën niet strookten met de officiële Sovjet-lijn. ‘Ik wou vrij zijn om mijn eigen keuzes te maken (…) en om niet te hoeven liegen.’ In 1974 emigreerde hij naar de Verenigde Staten. Tien jaar later stond hij voor het eerst voor het Concertgebouworkest, het begin van een lange, vruchtbare samenwerking.  

Een voorproefje