Verlenging van het leven

Johnny ten Theije en Theo Soons zijn enthousiaste muziekliefhebbers en kunstverzamelaars. Zij besloten een groot deel van hun vermogen na te laten aan het Concertgebouworkest, het andere deel gaat naar het Rijksmuseum ten behoeve van de fotografiecollectie. ‘Het geeft ons rust te weten dat onze nalatenschap goed terechtkomt.’
Johnny ten Theije en Theo Soons (foto: Sabine van Nistelrooij)
Johnny ten Theije en Theo Soons (foto: Sabine van Nistelrooij)

Escapisme

Veertien jaar geleden besloten Johnny en Theo samen hun testament op te stellen. Het was niet vanzelfsprekend aan wie hun nalatenschap zou toekomen. Johnny vertelt: ‘We hebben geen kinderen en de relatie met onze families is helaas niet optimaal, ik heb die van mij sinds mijn 21ste niet meer gezien.’ Theo vult aan: ‘Als je dan zaken wilt vastleggen voor het geval er iets met je gebeurt, raak je een gevoelig punt.’ Ze stelden zichzelf de vraag: wat raakt ons het meest in ons leven? Onafhankelijk van elkaar schreven ze hun antwoord op papier: ‘Muziek’. Terwijl ‘beeldende kunst’ volgens Johnny destijds misschien meer voor de hand lag.

Johnny en Theo kunnen hun keuze inmiddels goed uitleggen. Voor beiden is de liefde voor muziek onlosmakelijk verbonden met de vrijheid die ze in Amsterdam vonden toen ze hun achtergrond ontvluchtten. Theo: ‘Als homoseksueel uit de provincie kon ik hier mezelf zijn. Die vrijheid is samen met de explosie aan cultuur in Amsterdam intens belangrijk voor ons.’ Johnny ging uit huis toen hij 21 was, afgewezen door zijn familie vanwege zijn homoseksualiteit. ‘Ik kwam als een soort vluchteling in Amsterdam. Al snel ontdekte ik Het Concertgebouw en vanaf dat moment voelde dat als mijn tweede thuis.’

Hun muzieksmaak is heel verschillend. Theo is liefhebber van pop en jazz, en neemt Johnny mee naar Queen in de Ziggo Dome. Door Johnny is hij ook klassieke muziek gaan waarderen. ‘Ik houd inmiddels van zowel Wagner als Rammstein, en als ik Het Concertgebouw binnenkom, heb ik het gevoel dat ik vanuit het drukke leven in een wereld van magie stap.’

‘In muziek vind je voor even alles. Alle stemmingen en emoties. Of je je nou vrolijk of weemoedig voelt, met muziek ontsnap je uit de realiteit.'

Volgens Johnny is het luisteren naar muziek voor hen beiden een vorm van prettig escapisme. Theo is het met hem eens: ‘In muziek vind je voor even alles. Alle stemmingen en emoties. Of je je nou vrolijk of weemoedig voelt, met muziek ontsnap je uit de realiteit. Mijn singletjes vormden vroeger mijn wereld. In de echte wereld moest ik mijn weg zoeken, maar in de muziek en de tekst herkende ik van alles.’

Johnny: ‘Muziek geeft mij moed. Ik draai elke dag Mahlers Tweede symfonie. Dat iemand deze muziek in 1904 heeft gecomponeerd en dat ik daar nu door geraakt word, is bijna goddelijk. En hoe is het mogelijk dat ik op mijn twintigste Richard Strauss vreselijk vond en nu geweldig? Het is als een taal die je leert verstaan.’

Ons orkest

Na zich breed georiënteerd te hebben, kozen Johnny en Theo voor nalaten aan het Concertgebouworkest. Johnny benadrukt graag het onderscheid tussen Het Concertgebouw en het Concertgebouworkest: ‘Het was voor mijzelf lange tijd niet duidelijk dat het twee organisaties waren. Hoewel het gebouw echt mijn muziektempel is, wilde ik uiteindelijk nalaten aan het orkest. Aan de mensen, aan de muziek.’ In gesprek met het orkest besloten Johnny en Theo in het bijzonder na te laten ten behoeve van de aankoop van instrumenten en de Academie van het Concertgebouworkest.

‘Het heeft eigenlijk te maken met het vormgeven van een verlenging van ons leven.'

Johnny en Theo vertellen graag aan vrienden en bekenden dat hun nalatenschap ten goede zal komen aan muziek en kunst. Johnny: ‘We willen anderen inspireren tijdens hun leven al bezig te zijn met hun nalatenschap.’ Theo: ‘Veel mensen vinden dat griezelig. Een testament maken is überhaupt niet vanzelfsprekend. Terwijl het ons juist rust geeft te weten dat ons vermogen op een plek terechtkomt die bij ons past.’ Johnny legt uit dat nadenken over hun nalatenschap verder gaat: ‘Het heeft eigenlijk te maken met het vormgeven van een verlenging van ons leven. Dat voelt kwetsbaar, we maken de keuze om niet aan familie te schenken, maar zoeken misschien wel iets ‘familie-achtigs’. Theo: ‘We willen een verbintenis aangaan en die vinden we bij het Concertgebouworkest waar we zo professioneel en persoonlijk begeleid worden.’

Sinds Johnny en Theo hun wensen vastgelegd hebben, gaan ze graag naar de lunchconcerten van de Academie. Johnny: ‘We zien dan wat er later met ons geld gaat gebeuren, zo krijgen we er nu al iets van mee.’ Ze kijken ook anders naar het orkest. ‘We zitten met enige trots bij de concerten – het is ons orkest – we voelen ons bevoorrecht.’