Bruckners Symfonie nr. 9
Riccardo Chailly leidt Bruckners raadselachtige zwanenzang
Riccardo Chailly, het Concertgebouworkest en Bruckner hebben al jaren een ijzersterke driehoeksrelatie. Maar de hier gespeelde versie van Bruckners Negende symfonie is nieuw.
‘Het moet het mooiste zijn dat ik heb geschreven’, zei Bruckner over dit aangrijpende Adagio.
Concertprogramma
-
Anton Bruckner
Symfonie nr. 9
Uitvoerenden
Over dit concert
Riccardo Chailly, conductor emeritus en voormalig chef-dirigent van het Concertgebouworkest, bekroont de symfonische cyclus ter ere van de 200ste verjaardag van Anton Bruckner met diens raadselachtige zwanenzang, de Negende symfonie, inclusief de volgens de laatste inzichten voltooide Finale.
De symfonieën van Anton Bruckner behoren tot het oer-repertoire van het Concertgebouworkest. En bij oudgediende Riccardo Chailly zijn ze in goede handen. Hij ziet Bruckner als ´een heilige die steeds weer de Duivel uitdaagt, een man die zó gelovig was dat hij de duisternis durfde te verkennen.’ In de Negende symfonie was de duisternis de winnaar: Bruckner stierf voordat hij het werk kon voltooien. Het langzame derde deel is een waardig ‘afscheid van het leven’, zoals Bruckner zelf in de partituur noteerde. ‘Het moet het mooiste zijn dat ik heb geschreven’, zei hij over dit aangrijpende Adagio, ‘Ik word elke keer als ik het speel erdoor gegrepen.’
In zijn nalatenschap vond men vele fragmenten van de grotendeels voltooide Finale, die echter al snel over de wereld verspreid raakten. Ze vormen al ruim een eeuw een intrigerende puzzel, maar niemand slaagde erin ze tot een overtuigend geheel samen te smeden. Totdat een team musicologen daar na derig jaar research in 2012 verandering in bracht. De uitvoeringsversie van Samale, Phillips, Cohrs en Mazzuca is overrompelend en verandert het tragische karakter van de symfonie: na drie duistere delen brengt het slotdeel verlossing. Vandaag klinkt deze ‘SPCM’-uitvoeringsversie in de meest recente revisie van J.A. Phillips uit 2021-22.
Data en kaarten
Over dit concert
Riccardo Chailly, conductor emeritus en voormalig chef-dirigent van het Concertgebouworkest, bekroont de symfonische cyclus ter ere van de 200ste verjaardag van Anton Bruckner met diens raadselachtige zwanenzang, de Negende symfonie, inclusief de volgens de laatste inzichten voltooide Finale.
De symfonieën van Anton Bruckner behoren tot het oer-repertoire van het Concertgebouworkest. En bij oudgediende Riccardo Chailly zijn ze in goede handen. Hij ziet Bruckner als ´een heilige die steeds weer de Duivel uitdaagt, een man die zó gelovig was dat hij de duisternis durfde te verkennen.’ In de Negende symfonie was de duisternis de winnaar: Bruckner stierf voordat hij het werk kon voltooien. Het langzame derde deel is een waardig ‘afscheid van het leven’, zoals Bruckner zelf in de partituur noteerde. ‘Het moet het mooiste zijn dat ik heb geschreven’, zei hij over dit aangrijpende Adagio, ‘Ik word elke keer als ik het speel erdoor gegrepen.’
In zijn nalatenschap vond men vele fragmenten van de grotendeels voltooide Finale, die echter al snel over de wereld verspreid raakten. Ze vormen al ruim een eeuw een intrigerende puzzel, maar niemand slaagde erin ze tot een overtuigend geheel samen te smeden. Totdat een team musicologen daar na derig jaar research in 2012 verandering in bracht. De uitvoeringsversie van Samale, Phillips, Cohrs en Mazzuca is overrompelend en verandert het tragische karakter van de symfonie: na drie duistere delen brengt het slotdeel verlossing. Vandaag klinkt deze ‘SPCM’-uitvoeringsversie in de meest recente revisie van J.A. Phillips uit 2021-22.