Rachmaninoffs Derde pianoconcert
Met pianist Kirill Gerstein, Santtu-Matias Rouvali leidt Sibelius en Clyne
Kirill Gerstein soleert in Rachmaninoffs Derde pianoconcert, Santtu-Matias Rouvali leidt het Concertgebouworkest in Anna Clynes Fractured Time en Sibelius’ Vijfde symfonie.
Rachmaninoffs kenmerkende melancholie mondt altijd uit in opgetogen finales.
Concertprogramma
-
Anna Clyne
Fractured Time
-
Serge Rachmaninoff
Pianoconcert nr. 3
-
-- pauze --
-
Jean Sibelius
Symfonie nr. 5
Uitvoerenden
-
Santtu-Matias Rouvali
dirigent
-
Kirill Gerstein
piano
Over dit concert
Pianist Kirill Gerstein kan alles – dat bewees hij eerder al bij het Concertgebouworkest met werken van Rachmaninoff – het Tweede pianoconcert en de Paganini-variaties – en van Liszt, Richard Strauss, Sjostakovitsj en Adès. Nu zet hij zijn tanden in de Mount Everest onder de pianoconcerten, Rachmaninoffs Derde pianoconcert. Rachmaninoffs kenmerkende melancholie mondt altijd uit in opgetogen finales. Het Derde pianoconcert is een piek in zijn oeuvre: niet zomaar een virtuozenstuk, maar een indringende dialoog tussen piano en orkest. En hoe vaker je het hoort, hoe meer je ontdekt. Dat geldt trouwens ook voor Anna Clynes turbulente Fractured Time, het tweede werk van de succesvolle en fascinerende componiste op het repertoire van het Concertgebouworkest.
Over opgetogen finales gesproken. Na de pauze klinkt Jean Sibelius’ Vijfde symfonie. Deze alom geliefde symfonie heeft een schemerachtig karakter. De componist kampte met een diepe depressie. Maar tijdens het compositieproces brak geleidelijk de zon door, en de muziek eindigt stralend en verheven. De symfonieën van Sibelius lijken gemaakt te zijn voor Santtu-Matias Rouvali, sinds zijn debuut in 2020 een graag geziene gast bij het Concertgebouworkest. Als een bevlogen beeldhouwer boetseert de Finse dirigent veranderlijke vormen en kleuren uit het orkest: precies wat Sibelius' epische muziek nodig heeft.
Data en kaarten
Over dit concert
Pianist Kirill Gerstein kan alles – dat bewees hij eerder al bij het Concertgebouworkest met werken van Rachmaninoff – het Tweede pianoconcert en de Paganini-variaties – en van Liszt, Richard Strauss, Sjostakovitsj en Adès. Nu zet hij zijn tanden in de Mount Everest onder de pianoconcerten, Rachmaninoffs Derde pianoconcert. Rachmaninoffs kenmerkende melancholie mondt altijd uit in opgetogen finales. Het Derde pianoconcert is een piek in zijn oeuvre: niet zomaar een virtuozenstuk, maar een indringende dialoog tussen piano en orkest. En hoe vaker je het hoort, hoe meer je ontdekt. Dat geldt trouwens ook voor Anna Clynes turbulente Fractured Time, het tweede werk van de succesvolle en fascinerende componiste op het repertoire van het Concertgebouworkest.
Over opgetogen finales gesproken. Na de pauze klinkt Jean Sibelius’ Vijfde symfonie. Deze alom geliefde symfonie heeft een schemerachtig karakter. De componist kampte met een diepe depressie. Maar tijdens het compositieproces brak geleidelijk de zon door, en de muziek eindigt stralend en verheven. De symfonieën van Sibelius lijken gemaakt te zijn voor Santtu-Matias Rouvali, sinds zijn debuut in 2020 een graag geziene gast bij het Concertgebouworkest. Als een bevlogen beeldhouwer boetseert de Finse dirigent veranderlijke vormen en kleuren uit het orkest: precies wat Sibelius' epische muziek nodig heeft.