Bruckner en Mozart

Anton Bruckners Eerste symfonie wordt zelden gespeeld. Jammer, want deze heerlijke reis door het Oostenrijkse platteland van Bruckners jeugd is een volwaardige start van zijn symfonische oeuvre. Dirigent Vladimir Jurowski vindt het ‘een ongelofelijke artistieke prestatie om zo’n symfonie te schrijven, tien jaar vóór de voltooiing van Brahms’ Eerste (…). Bruckner voert Schuberts lyrische symfonische stijl tot het uiterste, en zelfs nog verder. Hierin is de essentie van al zijn latere symfonieën duidelijk voelbaar, als in een notendop.’ 

Bij de première van Bruckners Eerste symfonie in Linz was het publiek vooral verbaasd dat hun stadsorganist grote symfonieën kon schrijven. Kort daarna verhuisde de ambitieuze Bruckner naar Wenen, de stad van zijn voorgangers Haydn, Mozart, Beethoven en Schubert. In zijn Eerste symfonie zijn die Weens-klassieke invloeden nog overduidelijk. Vladimir Jurowski koppelt Bruckners Eerste symfonie aan Mozarts voorlaatste symfonie, de onstuimige Veertigste in g klein, die de Romantiek al aankondigde.

Vladimir Jurowski is al sinds 2006 een graag geziene gastdirigent bij het Concertgebouworkest met een veelzijdig repertoire; Bruckner dirigeerde hij in Amsterdam nog niet eerder.