Bruckners Tweede symfonie
Bruckners Tweede symfonie is heel anders van toon dan de extraverte Eerste. Dat blijkt al bij de opening, als de hoge strijkers een voorzichtig klanktapijt neerleggen voor een klagende melodie in de cello’s. Opvallend zijn de stiltes die regelmatig opduiken en die de Tweede symfonie zijn spottende bijnaam ‘Pausen-Symphonie’ hebben verleend. ‘Tja’, moet Bruckner daarover gezegd hebben, ‘wanneer ik iets belangrijks te zeggen heb, moet ik eerst ademhalen’.
Het wondermooie langzame deel doet religieus aan, met een vaak als mystiek omschreven tweede thema, een citaat uit Bruckners Mis in f klein en een raadselachtige passage die vooruitwijst naar zijn Negende symfonie. Het derde deel nodigt uit tot dansen, en in het contrastrijke slotdeel worden de trompetsignalen, die in het eerste deel op de achtergrond klonken, nieuwe bouwstenen.
Met dank aan Dirk Luijmes.
De Tweede en het Concertgebouworkest
De Tweede symfonie is schandelijk verwaarloosd; dirigent Andrew Manze noemt haar ‘een juweel dat te lang om onverklaarbare redenen over het hoofd is gezien, zelfs door veel Bruckner-liefhebbers’. Slechts vijf dirigenten hebben dit werk totnogtoe bij het Concertgebouworkest gedirigeerd, de laatste keer klonk het in 1992 onder Riccardo Chailly. Andrew Manze pakt de handschoen op. De Brit is oorspronkelijk gespecialiseerd in oude muziek, maar past zijn inzichten met groot gemak toe op muziek uit alle periodes. Bij zijn debuut in 2017 stal hij de harten van zowel de musici als het publiek van het Concertgebouworkest.
‘Van de smachtende, verloren opening tot aan het zelfverzekerde, triomfantelijke einde is de Tweede symfonie een juweel dat te lang om onverklaarbare redenen over het hoofd is gezien, zelfs door veel Bruckner-liefhebbers.’
- Andrew Manze
Met dank aan Dirk Luijmes.